Vaccineren van je huisdier doe je om besmettelijke ziektes te voorkomen, of om de ziekteverschijnselen na besmetting minder ernstig te maken. Doordat heel veel generaties hun huisdieren goed hebben geënt heb je waarschijnlijk nog niet zo vaak een dier gezien wat een ziekte had, waartegen je kunt laten inenten. Echter zien dierenartsen natuurlijk wel regelmatig dieren voorbij komen die niet of niet goed geënt zijn. Ik deel met jullie het vaccinatieschema voor honden, juist omdat honden vaak deel uitmaken van een gezin en je ze dus zo lang mogelijk (gezond en vrolijk) bij je wilt houden. 

Vaccinatie 6, 9 en 12 weken

De meeste pups krijgen hun eerste vaccinatie op een leeftijd van 6 weken. Deze zorgt voor bescherming tegen ziekte die door het parvo-hondenziektevirus veroorzaakt wordt. Jonge pups zijn erg gevoelig voor virussen en infecties en vaak is dit op zo’n jonge leeftijd ook dodelijk. Na deze eerste vaccinatie wordt dit nog twee maal gedaan op de leeftijd van 9 en 12 weken. Het herhalen is noodzakelijk omdat het immuunsysteem nog niet volledig is ontwikkeld en hierdoor kun je er niet vanuit gaan dat het allemaal direct werkt. Je kunt er na de laatste vaccinatie echter wel vanuit gaan dat de pup volledig (en langdurig) beschermd is tegen alle virale ziektes.

6 maanden

De laatste enting vindt plaats op de leeftijd van 6 maanden. Hierna is de basisinenting voor pups afgerond. Dit was doorgaans altijd met 12 maanden en sommige dierenartsen zullen dit wellicht ook nog doen. De WSAVA (World Small Animal Veterinary Association) geeft echter het advies om de enting te vervroegen naar 6 maanden. Het blijkt namelijk dat bij 80 tot 90% van de pups de maternale immuniteit op de leeftijd van 12 weken voldoende gedaald is om goed (en met succes) te kunnen vaccineren, maar dat dit bij de overige 10 tot 20% nog niet het geval is. Het is dus verstandiger om de onbeschermde periode te verkorten en terug te brengen naar 6 maanden. Pups die na de vaccinatie door de nog aanwezige maternale antistoffen, zelf nog geen antistoffen hebben opgebouwd, zullen die na de vaccinatie met 6 maanden wel gaan doen.

Titerbepaling

Wat ook nog mogelijk is, is om de titer te bepalen bij een pup in de leeftijd van om en nabij de 20 weken. Met deze test kan er worden onderzocht of de pup voldoende antistoffen heeft aangemaakt, na de vaccinatie die met 12 weken is gegeven. Omdat bij jonge honden de antistof titer na de vaccinatie over het algemeen sneller daalt dan bij een volwassen hond, wordt een jaar na de enting op 6 maanden de vaccinatie herhaald door middel van een grote cocktail. Vanaf dat moment gaan de mee in het schema voor volwassen honden en worden ze met kleine en grote cocktails geënt volgens schema. Ook hiervoor is een alternatief voor hervaccinatie de titerbepaling.

Volwassen hond

Ook als je hond volwassen is, is het belangrijk om goed voor hem/haar te zorgen. Naast dat je een warm mandje en voedsel biedt, is het ook nodig om je hond regelmatig te ontvlooien en ontwormen. Op deze manier zorg je ervoor dat je beestje gezond en happy blijft. De herhalingsvaccinatie vindt jaarlijks plaats omdat de vaccins tegen kennelhoest en Weil niet langer dan 12 maanden bescherming bieden. De vaccinaties tegen overige virussen bieden tot wel 3 jaar bescherming. Hierom krijgen ze dus 1 keer in de 3 jaar de grote cocktail die bescherming biedt tegen alle virussen. Daarnaast krijgen ze 2 keer in de 3 jaar een kleine cocktail (tegen kennelhoest en Weil).

Kennelhoest

Honden die een verhoogd risico op kennelhoest hebben worden hier tegen gevaccineerd. Intensief contact met vreemde honden vormt een hogere kans op het krijgen van kennelhoest. Komt de hond vaak op op plekken zoals het pension, of zit de puppy op cursus dan kan het zo zijn door de hondenschool (of het pension) de vaccinatie verplicht wordt gesteld. Tegen kennelhoest wordt met een aparte neusdruppel-vaccin gevaccineerd. Deze inenting bevat naast parainfluenza ook bordetella en wekt naast een algemene immuniteit ook een plaatselijke immuniteit in de neusslijmvliezen op. Kennelhoest treedt het lijf binnen via de neus, dus op deze manier wordt dit voorkomen. De neusdruppel is voor honden niet erg prettig en soms wordt er dan gekozen voor een prik. Dit is echter vaak niet de eerste keus van een dierenarts omdat met dit vaccin, in tegenstelling tot het neusdruppel-vaccin, geen lokale immuniteit in de neus wordt gevormd en de basisvaccinatie uit twee injecties met 2 weken ertussen bestaat.

Hondsdolheid

Deze vaccinatie is verplicht wanneer je met de hond naar het buitenland gaat. Voor de meeste landen geldt dat de vaccinatie minimaal 21 dagen voor vertrek toegediend hoort te zijn en deze 3 jaar geldig is. Afhankelijk van het land van bestemming kunnen ook nog aanvullende regels van toepassing te zijn. Meer informatie kun je hier vinden.

Afbeelding: Pixabay

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.