Voorlezen doen we vooral voor de ontwikkeling van het kind

Van 30 september tot 11 oktober is het weer Kinderboekenweek. Coop was benieuwd of voorlezen populair is bij haar achterban en hoe vaak, waar en wat er dan wordt voorgelezen. Uit het onderzoek blijkt dat in 61% van de gezinnen met kinderen regelmatig wordt voorgelezen. Voorlezende ouders vinden dit vooral belangrijk voor de ontwikkeling van het kind en om kinderen plezier in lezen bij te brengen maar doen het zelf ook gewoon graag. Verder blijkt dat ouders die vroeger zelf zijn voorgelezen nu vaker hun eigen kinderen voorlezen. Nederlandse klassiekers als nijntje, Jip en Janneke en Woezel & Pip zijn favoriet.

Om voorlezen nog meer te promoten heeft Coop geregeld dat kinderen in Nederland kunnen worden voorgelezen door vijf leuke bekende vaders. Jim Bakkum, Thomas Berge, Luke Janssen, Jaap Reesema en Papa Jay lezen vanaf 2 september om de beurt via Facebook verhaaltjes voor uit boekjes die de komende weken bij de supermarktketen te sparen zijn.

Dagelijks is de norm

Zoals gezegd wordt in 61% van de gezinnen met kinderen voorgelezen. Dat gebeurt vooral dagelijks (46%) of wekelijks (34%). Eén op de tien leest zelfs meerdere keren per dag voor. Gemiddeld bedraagt een voorleesbeurt ruim 10 minuten. Tussen vaders en moeders is niet heel veel verschil, beiden lezen ongeveer evenveel voor, waarbij overigens niet specifiek is gevraagd naar de samenstelling van de gezinnen. De meest belangrijke redenen om voor te lezen zijn voor voorlezende ouders de ontwikkeling van het kind (80%), het bijbrengen van het plezier in boeken en lezen (60%) en het plezier dat de ouders er zelf in hebben (60%).

Voor het slapengaan

Voorlezen gebeurt het liefst in of bij het bed van de kinderen, zegt 77% van de ouders die voorlezen. Bijna 60% noemt de bank of stoel in de woonkamer als favoriete plek. Opa’s en oma’s geven daar met 70% de voorkeur aan, boven het bed van het kind (52%). Mogelijk is dit omdat opa’s en oma’s vaker bij de kleinkinderen thuis voorlezen en tegen bedtijd al naar huis zijn.

Voorbeeld doet volgen

Van de ouders die nu hun kinderen voorlezen, werd 78% vroeger als kind zelf met enige regelmaat voorgelezen – waarvan 44% vaak. Slechts 21% werd zelden tot nooit voorgelezen. Bij de ouders die nu niet voorlezen ligt dat percentage op 30%. Daaruit kunnen we opmaken dat plezier in voorlezen van generatie op generatie lijkt te worden doorgegeven. Hopelijk zetten de kinderen die nu worden voorgelezen, deze traditie later zelf ook weer voort.

Populaire verhaaltjes

Bekende Nederlandse verhaaltjes als Woezel & Pip, nijntje of Jip en Janneke zijn met 53% favoriet. Maar ook vertaalde boekjes als Rupsje Nooitgenoeg, Raad eens hoeveel ik van je hou of de verhalen van Roald Dahl doen het goed met 49%. Vooral onder 18- t/m 44-jarigen en degenen die vroeger zelf zijn voorgelezen. Klassieke sprookjes (33%), die overigens bij met name jongere voorlezers populair zijn, en onbekendere verhaaltjes (26%) volgen. Een grote meerderheid (75%) van de kinderen die worden voorgelezen vraagt regelmatig om hetzelfde verhaaltje en in bijna alle gevallen krijgen ze hun zin.

Zonder verhaaltje naar bed

7 van de 10 ouders die hun kinderen voorlezen slaan dit wel eens over. Vooral als de kinderen te laat naar bed gaan (53%), als er te weinig tijd voor is (42%) of als het kind zelf liever iets anders doet (24%). Bij slechts 8% van de ouders wordt voorlezen als straf overgeslagen. Overigens iets vaker door vaders dan moeders (12% versus 8%).

Voorlezende BN’ers

Op de vraag wie nou echt leuke voorlezers zouden zijn, scoren Chantal Janzen (30%) en Johnny de Mol (26%) het hoogst. Ook Monique Smit (15%) en Ali B (12%) scoren goed. Verder worden Katja Schuurman (met name door mannen), Jim Bakkum en Nick Schilder door zo’n één op de tien genoemd. Uit het rijtje Bekende Nederlanders dat men spontaan noemde als mogelijke leuke voorlezers, komt een scala aan namen voorbij: Prinses Laurentien, Gerda Havertong, Bennie Jolink, Willeke Alberti, Koningin Maxima, Jochem Meijer, Maarten van Rossum en zelfs onze minister-president Mark Rutte.

Voorleesvriendjes en voorleesvaders

Coop deed dit onderzoek ter gelegenheid van de Voorleesvriendjes spaaractie die loopt rond de Kinderboekenweek. Na het succes van vorig jaar kunnen klanten ook dit jaar bij hun boodschappen sparen voor boekjes en knuffels van Woezel & Pip, Elmer, Gonnie en Gijsje, Rupsje Nooitgenoeg en nijntje. Daarnaast heeft Coop vijf leuke, bekende vaders bereid gevonden kinderen in Nederland voor te lezen. Jim Bakkum, Thomas Berge, Luke Janssen, Jaap Reesema en Papa Jay lezen om de beurt één van de te sparen boekjes voor. Dat gebeurt tijdens vijf online voorleessessies. Elke week leest een andere vader uit een ander boekje voor. De sessies zijn hierna ook nog onbeperkt te bekijken op YouTube, Facebook en Instagram TV.

De voorleessessies worden vanaf woensdag 2 september elke week uitgezonden om 18:30 uur. Jim Bakkum bijt het spits af en leest op woensdag 2 september voor uit Woezel & Pip. Op woensdag 9 september leest Luke Janssen voor, woensdag 16 september Jaap Reesema, woensdag 23 september Papa Jay en tot slot op woensdag 30 september Thomas Berge. Deze zijn te bekijken via: facebook.nl/coopsupermarkten of coop.nl/facebook.

Tijdens de sessies worden leuke prijzen verloot waaronder een nijntje reuzenknuffel.

Actievoorwaarden

Actievoorwaarden

• Bij elke € 5- aan boodschappen* ontvang je 1 spaarzegel.
• 15 spaarzegels = een volle spaarkaart.
• Tegen inlevering van 1 volle spaarkaart en een bijbetaling kies je een knuffel of boekje naar keuze.**
• Sparen kan t/m zondag 18 oktober 2020. Daarna worden geen zegels meer uitgegeven.
• Sparen gaat snel, want wekelijks ontvang je ook bij verschillende actieproducten spaarzegels.
• Volle spaarkaarten kan je inleveren t/m zondag 25 oktober 2020.
• De knuffels en boekjes zijn niet los te koop bij Coop.
• Let op: voor deze campagne geldt OP=OP, dus wees er snel bij!

* Exclusief cadeaubonnen en wettelijk niet toegestane artikelen (rookwaren, koopzegels, slijterijartikelen, babyvoeding tot 1 jaar, geneesmiddelen, postzegels, loten en telefoonkaarten).
** Volle spaarkaarten kunnen niet ingewisseld worden voor contant geld of een andere waardecompensatie.

Het onderzoek werd gehouden onder ruim 3.400 mensen uit het Coop Luisterpanel en uitgevoerd door MWM2 in opdracht van Coop.