Alle leerlingen in groep 8 van het reguliere basisonderwijs zijn wettelijk verplicht om een eindtoets te maken (hierop zijn uitzonderingen*). Sinds het schooljaar 2019-2020 zijn ook scholen voor speciaal (basis)onderwijs verplicht om hun leerlingen een eindtoets te laten maken.

Wat is de Centrale Eindtoets?

De Centrale Eindtoets toetst de vaardigheden van het kind. De Centrale Eindtoets bestaat uit de verplichte onderdelen Nederlandse taal en rekenen. Wereldoriëntatie is niet verplicht, scholen kunnen daar echter wel voor kiezen (facultatief). De Centrale Eindtoets volgt op het schooladvies, dat al eerder is gegeven. Op het leerling rapport staat het toetsadvies voor het brugklastype dat het beste bij het betreffende kind past.

Centrale Eindtoets: onafhankelijk tweede advies

Het schooladvies wordt vastgesteld, door te kijken naar de ontwikkeling van een kind, tijdens de gehele basisschoolperiode. Ook kijkt men naar de resultaten die er zijn behaald en de manier waarop een kind leert. Dit schooladvies is hetgeen waar het voortgezet onderwijs naar kijkt met betrekking tot het toelaten van een nieuwe leerling. De Centrale Eindtoets geeft een onafhankelijk tweede advies. De score hiervan is echter wel een goede voorspeller met betrekking tot het toekomstige schoolsucces. De Eindtoets is geen examen, dus je kunt er niet voor slagen of zakken. Je moet het meer zien als een momentopname, na het volgen van acht jaar basisonderwijs.

Een kanttekening; Als het kind de Centrale Eindtoets een stuk beter maakt dan de school had verwacht tijdens het geven van een schooladvies voor het voortgezet onderwijs, dan moet het advies worden overwogen. Dit zou bij voorkeur in samenspraak moeten gaan met de ouders van (en met) het betreffende kind. Een schooladvies kan dan in principe worden aangepast, maar het is niet verplicht. Wordt de Centrale Eindtoets minder goed gemaakt, dan wordt het schooladvies niet aangepast. Goed om te weten is, dat het voortgezet onderwijs een kind niet mag weigeren op basis van zijn/haar score op de eindtoets.

Uitzonderingen*

Ontheffingsgrond

Sommige leerlingen vallen onder de ontheffingsgrond van de eindtoets. Voor deze groepen leerlingen is het maken van een eindtoets wettelijk niet verplicht. Deze leerlingen mogen wel deelnemen aan de Centrale Eindtoets.

Leerlingen vallen onder de ontheffingsgrond wanneer zij:

  • of zeer moeilijk lerend zijn;
  • of meervoudig gehandicapt zijn, waarbij het zeer moeilijk lerend zijn een
    van de handicaps is;
  • of vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen.

Aangepaste afname

Leerlingen in het reguliere basisonderwijs die niet onder de ontheffingsgrond
vallen en onderwijs volgen waarbij rekening gehouden wordt met hun ondersteuningsbehoeften, zijn vanuit de wet niet uitgezonderd van deelname aan een eindtoets. Zij zijn dus verplicht om een eindtoets te maken.

Voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben, zijn er aangepaste versies
van de Centrale Eindtoets beschikbaar.

Speciaal (basis)onderwijs

Leerlingen op scholen voor speciaal onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs
(sbo) zijn sinds het schooljaar 2019-2020 verplicht om aan een eindtoets deel
te nemen.

Hoe ziet de toets eruit in 2021?

De Centrale Eindtoets wordt in 2021 in twee varianten aangeboden, te weten de papieren Centrale Eindtoets en de digitale adaptieve Centrale Eindtoets.

De papieren Centrale Eindtoets

Deze toets wordt op één niveau afgenomen en bestaat uit 165 vragen over taal en rekenen. Dit gedeelte wordt in twee dagdelen afgenomen. De vragen zijn meerkeuzevragen, waarop het kind steeds een passend antwoord moet kiezen.

De digitale adaptieve Centrale Eindtoets

Deze toets past zich aan, aan het niveau van het kind. Het is een toets welke op maat gemaakt is en dus toegankelijk is voor alle leerlingen. De digitale adaptieve Centrale Eindtoets bevat 140 vragen over taal en rekenen en naast de meerkeuzevragen zijn er ook andere soort vragen in opgenomen. Denk hierbij aan vragen aan de hand van een filmpje, of vragen waarbij je het antwoord ‘naar de juiste plaats moet slepen’. Een een afwisselende toets dus.

Facultatief: Wereldoriëntatie

Zoals boven al beschreven kunnen scholen er al dan niet voor kiezen om Wereldoriëntatie te toetsen. Bij deze facultatieve toets wordt er zowel een papieren als een digitale variant afgenomen. Het onderdeel bestaat uit 90 vragen en wordt in één dagdeel afgenomen.

School bepaalt: papieren of digitale adaptieve Centrale Eindtoets

De school kiest zelf of er een papieren of digitale adaptieve Centrale Eindtoets wordt afgenomen. Dat ligt bijvoorbeeld aan de behoeften van de leerling en
de ICT van de school.

De school bepaalt zelf of zij:

  • alle leerlingen uit groep 8 de papieren Centrale Eindtoets laat maken;
  • alle leerlingen uit groep 8 de digitale adaptieve Centrale Eindtoets
    tegelijkertijd laat maken op door de school gekozen data binnen de
    vastgestelde afnameperiode;
  • de leerlingen uit groep 8 in meerdere groepen indeelt en de digitale
    adaptieve Centrale Eindtoets groepsgewijs afneemt;
  • een deel van de leerlingen uit groep 8 de digitale adaptieve Centrale
    Eindtoets laat maken en een ander deel de papieren Centrale Eindtoets.

Soort vragen

Taal, rekenen en wereldoriëntatie

De vragen uit de Centrale Eindtoets zijn geordend in taken. Zo gaan de vragen bij taal over lezen (begrijpend lezen, samenvatten en opzoeken), schrijven en taalverzorging (spelling, grammatica en interpunctie) en bij rekenen over getallen (optellen en vermenigvuldigen), verhoudingen (breuken en procenten), meten en meetkunde (oppervlakte) en verbanden (tabellen en grafieken). Voor de leerlingen die ook wereldoriëntatie moeten maken geldt dat ze opgaven tegen komen over aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. Het gaat hier zowel om dingen weten (kennis van feiten) als om dingen kunnen (kennis toepassen).

Studievaardigheden

Bij sommige vragen zal het kind studievaardigheden moeten gebruiken. Hier gaat het om vaardigheden als tabellen aflezen, informatie opzoeken en kaartlezen. Dit zijn belangrijke zaken voor in het voortgezet onderwijs.

Wanneer wordt de Centrale Eindtoets afgenomen?

Afnamemoment

De papieren Centrale Eindtoets wordt landelijk op dezelfde dagen gemaakt. De onderdelen Nederlandse taal en rekenen worden afgenomen op 20 en 21 april. Het facultatieve onderdeel wereldoriëntatie wordt op 20, 21 of 22 april afgenomen. De digitale adaptieve Centrale Eindtoets kan flexibel worden afgenomen binnen een vastgestelde periode. Deze periode loopt van 19 april tot en met 14 mei. De school bepaalt wanneer het kind de digitale adaptieve Centrale Eindtoets maakt.

Voor de papieren en de digitale adaptieve Centrale Eindtoets wordt een afnameduur van 3 keer 2 uur aangehouden.

Inhalen

Als een kind de Centrale Eindtoets (gedeeltelijk) niet heeft kunnen maken, bijvoorbeeld omdat hij/zij ziek was, dan kan het kind de toets inhalen. Dat is mogelijk van 26 april tot en met 14 mei. De inhaaltoets is altijd digitaal.

Leerling rapport

Enkele weken nadat het kind de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, ontvangt hij/zij het leerling rapport. De Centrale Eindtoets is, exclusief het onderdeel wereldoriëntatie, opgebouwd uit twee dagdelen. Per dagdeel wordt gemeten wat het niveau van het kind is voor taal en rekenen. De resultaten van beide dagdelen samen, bepalen de totale score op de Centrale Eindtoets. Het resultaat hiervan wordt omgerekend naar een getal dat de standaardscore wordt genoemd. Bij de standaardscore hoort een toetsadvies met het best passend brugklastype

Percentielen

Per onderdeel kun je op het rapport de percentielscore vinden. Een percentiel van 37 betekent dat 36% van alle leerlingen die de Centrale Eindtoets gemaakt hebben, in vergelijking met jouw kind lager hebben gescoord en 63% hoger.

Referentieniveau

De referentieniveaus geven aan wat leerlingen moeten kennen en kunnen
op het gebied van taal en rekenen op belangrijke momenten in hun schoolloopbaan. De bedoeling van het meten van de referentieniveaus, is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen.

Domeinanalyse

In de domeinanalyse wordt de prestatie van jouw kind vergeleken met leerlingen die vergelijkbaar hebben gescoord op hetzelfde onderdeel. Wanneer het kind naar verwachting presteert in alleen de middelste bol ingekleurd. Bij prestaties boven (+) of onder (-) dit verwachte niveau zijn ook één of twee bollen naar respectievelijk rechts en links ingekleurd. Zo kun je zien op welke punten vooruitgang mogelijk is.

Het leerling rapport wordt opgesteld door het CvTE. Het CvTE verstrekt het rapport alleen aan de basisschool. De basisschool reikt het rapport
uit en geeft de gegevens van het kind niet aan anderen.

Meer weten?

Op www.centraleeindtoetspo.nl vind je in het onderdeel Voor leerlingen en ouders aanvullende informatie en extra voorbeeldopgaven. Op de pagina Doe het zelf kun je
samen met je kind oefenen en filmpjes bekijken.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.