1 op de 3 kinderen vermoedt dat hun ouders wel eens zorgen over geld hebben. Zij merken dit vaak ongemerkt op omdat ze hun ouders er over horen praten (51%). In de meeste gezinnen wordt niet vaak direct met kinderen gesproken over geld. Bijna 60% van de ouders doet dit slechts 1 of enkele keren per jaar. Tegelijkertijd nemen kinderen (onbewust) financieel gedrag over van hun ouders.

Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van Wijzer in geldzaken, het platform dat de financiële fitheid van Nederlanders wil bevorderen. Voor de tiende keer organiseert Wijzer in geldzaken de Week van het geld, dit jaar van 22 t/m 26 maart. Dat is dé projectweek op school over leren omgaan met geld. Doel is kinderen, ongeacht hun thuissituatie, de middelen te geven om op termijn zélf verstandige financiële keuzes te maken.

Zo ouder, zo kind

Kinderen blijken vaak dezelfde mening over geld te hebben als hun ouders. Als ouders vinden dat geld ervoor is om uit te geven dan vindt ruim de helft van hun kinderen dat ook (53%). En andersom geldt ook: als ouders juist níet vinden dat geld moet rollen, dan hebben hun kinderen veel vaker dan gemiddeld ook die mening.

Ook wat betreft gedrag nemen kinderen vaak het voorbeeld van thuis over. Als ouders het lenen van een klein geldbedrag prima vinden (66%) dan vinden hun kinderen dat ook (89%). Als ouders het niet goed vinden als hun kind een klein bedrag zou lenen (34%), dan zijn jongeren hier zelf verdeeld over. Ongeveer de helft (52%) vindt het dan zelf ook niet goed, terwijl de andere helft het wel prima vindt (48%).

Sparen

Vrijwel alle ouders zeggen sparen belangrijk te vinden. Maar gevraagd naar een situatie waarin een kind iets wil kopen dat 50 euro kost – terwijl hij maar 30 euro in de spaarpot heeft – zegt slechts 40% van de ouders dat het kind moet wachten tot de resterende 20 euro is gespaard. De meeste ouders kiezen voor een andere oplossing, zoals het resterende bedrag lenen aan hun kind (34%) of het geven (23%). Een enkeling (3%) betaalt zelfs de volledige 50 euro.

Zowel jongeren als hun ouders hebben door de coronacrisis het afgelopen jaar minder geld uitgegeven dan normaal, waardoor ze hebben kunnen sparen. Ouders bespaarden vaak geld doordat ze niet uit eten konden (82%) of konden winkelen in de stad (82%), terwijl jongeren minder geld uitgaven aan ‘snacks en eten met vrienden’ (47%) en ‘eten of drinken halen in de supermarkt’ (41%).

Circa de helft van ouders (55%) en de jongeren (52%) hebben het bespaarde geld weggezet op een spaarrekening of in de spaarpot. Daarnaast zegt men het geld aan andere zaken te hebben besteed. Een kwart van de ouders gebruikte het geld bijvoorbeeld voor een woningverbouwing, terwijl een kwart van de jongeren van het overgebleven geld iets leuks voor zichzelf kocht.

Ruzie over geld

Maar er zijn ook gezinnen met geldzorgen. Bijna de helft van de ouders zegt zich wel eens zorgen te maken over geld. Gevraagd waaraan kinderen het merken als zij denken dat hun ouders geldzorgen hebben, zegt de helft (51%) dit te weten omdat ze hun ouders erover horen praten.

In de open vragen geven kinderen aan dit bijvoorbeeld te merken door “ruzie”. Een ander kind merkt op dat “we soms een week goedkoper eten of van producten die we al in huis hebben.” Weer een ander zegt: “Soms begint mijn moeder erover dat als mijn vader lang geen baan heeft we zuiniger moeten leven.”

Aan het onderzoek deden ouders en kinderen van 596 huishoudens mee met tenminste 1 kind tussen de 11 en 16 jaar. De resultaten zijn gewogen en representatief bevonden op de kenmerken geslacht, leeftijd en regio. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.