Ouders van kinderen van 0 t/m 6 jaar zijn milder gaan denken over het effect van media op hun kind vergeleken met voorgaande jaren. Zo vindt een ruime meerderheid dat media hun kind helpen met onder meer taalontwikkeling en rekenvaardigheid. Ook zien ouders media als hulpmiddel om het kind bezig te houden wanneer zij zelf geen tijd hebben, of als zoethoudertje wanneer het kind zich verveelt. Daarentegen zijn ouders minder positief over het effect van media in relatie tot online onderwijs. Ruim een kwart van de ouders van 5-6-jarigen geeft aan dat hun kind hierdoor minder goed kan leren. Dit alles blijkt uit het Iene Miene Media-onderzoek 2021 dat tijdens de start van de Media Ukkie Dagen (26 maart t/m 2 april) wordt gepresenteerd. 

Volgens ouders hebben media positief effect op kind

Ouders onderschrijven dit jaar de meeste positieve effecten (o.a. betere taalontwikkeling en rekenvaardigheid) sterker en de negatieve aspecten (o.a. fysieke klachten) minder sterk. Vooral ouders met een niet-Westerse migratieachtergrond onderschrijven deze positieve effecten. Anderzijds zijn zij ook sterker overtuigd dan ouders met een Nederlandse achtergrond van de negatieve effecten op de fysieke gezondheid van het kind, met name nek- en rugklachten (54% vs 37%).

Ouders vinden nieuwe balans tijdens tweede lockdown

Dankzij de lockdown waren scholen en kinderdagverblijven dicht en werkten veel ouders thuis. Zeven op de tien ouders geeft aan dat de coronapandemie impact heeft op het mediagebruik van hun kind. Volgens ouders komt deze impact met name doordat hun kinderen meer achter een beeldscherm zitten dan vroeger en minder mogelijkheid hebben om met andere kinderen te spelen. Wel blijkt dat kinderen in 2021 slechts enkele minuten meer besteden aan media dan dat ze voor corona deden. Uit het Iene Miene Media flits-onderzoek dat vorig jaar direct na het ingaan van de thuisblijfmaatregelen is gehouden, bleek dat de totale beeldschermtijd tijdens de eerste lockdown met bijna een uur was toegenomen. Ouders lijken dus tijdens de tweede lockdown meer balans te hebben gevonden in het mediagebruik van hun kind.

Uit het onderzoek blijkt dat het mediagebruik overdag van kinderen tijdens de lockdown is toegenomen. Dit is met name tussen de middag het geval (van 39% naar 50% gebruik). Kinderen doen dit voornamelijk zelfstandig of met hun broertje of zusje, zonder ondersteuning van hun ouders. In de avond is het mediagebruik juist iets afgenomen: na het avondeten maakt iets minder dan zes op de tien nog gebruik van media, waar dit vorig jaar zo’n twee derde was. Ruim een kwart van de ouders vindt het lastiger om schermtijd te beperken dan voorheen.

Ouders kijken vaker op afstand mee en zijn minder actief betrokken

Uit het onderzoek blijkt ook dat activiteiten die ouders uitvoeren bij hun kinderen voornamelijk passief van aard zijn, zoals zelf iets anders doen wanneer het kind media gebruikt of wel in de buurt blijven, maar dit van een afstandje bekijken. Prof. dr. Peter Nikken, lector Jeugd en Media aan Hogeschool Windesheim: “We zien al een paar jaar de trend dat ouders steeds minder gezamenlijk media met hun jonge kinderen gebruiken of hun kinderen ondersteunen bij het mediagebruik. Ouders kijken meer van een afstandje toe dan dat ze actief betrokken zijn. Beeldschermen inzetten als handige oppas bij de dagelijkse opvoeding is niet per se slecht. Het geeft ouders lucht bij het reilen en zeilen thuis. De keerzijde van jonge kinderen achter een beeldscherm ‘parkeren’ is natuurlijk wel dat je als ouder minder zicht hebt op wat ze op de beeldschermen tegenkomen” 

Wel neemt ruim de helft van de ouders bewust de tijd om filmpjes of televisie te kijken met het kind, en helpen zij het kind bij technische zaken (bijvoorbeeld het filmpje aanzetten) of om iets uit te kiezen. Dit zien we voornamelijk bij ouders van kinderen van 3 t/m 6 jaar. Nikken: “Deze balans is heel belangrijk. Het is bekend dat jonge kinderen aanzienlijk meer plezier beleven en meer opsteken van media als een ouder met hen meekijkt of meedoet. Zelfs als ouders niet actief meedoen en uitlegt wat er te zien is of kinderen laten raden wat er komt, is alleen de directe aanwezigheid van een ouder al genoeg voor peuters en kleuters om extra op te letten.”

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

Uit het onderzoek blijkt dat een op de vijf ouders zich afvraagt wat de juiste media voor hun kind zijn. Een kwart van de ouders heeft ook vragen over wat een ‘normale schermtijd’ is. Bij kinderen tussen de 3 t/m 6 jaar, vraagt 20% van de ouders zich af hoe ze hun kind kunnen helpen bij hun mediagebruik. Daarom organiseert Netwerk Mediawijsheid van 26 maart t/m 2 april 2021 de Media Ukkie Dagen, waarbij aandacht wordt gevraagd voor mediawijsheid in de opvoeding van kinderen van 0 tot 6 jaar. Het thema van dit jaar is ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’. Ouders en verzorgers van jonge kinderen krijgen tijdens deze week tips om aan de slag te gaan met het antwoord op de bovenstaande vragen en meer. Bijvoorbeeld door het aanbieden van een dagelijks Mediamomentje om samen met media aan de slag te gaan. Voor meer informatie: www.mediaukkiedagen.nl.

Over het Iene Miene Media-onderzoek 2021

Iene Miene Media is een jaarlijks herhaald kwantitatief onderzoek naar het mediagebruik in gezinnen met jonge kinderen van 0 t/m 6 jaar. Het onderzoek wordt jaarlijks gepubliceerd bij de start van de Media Ukkie Dagen (26 maart t/m 2 april 2021). Het onderzoek is gehouden onder een representatieve steekproef van 1.003 ouders van kinderen in de leeftijd van 0 t/m 6 jaar in Nederland. Het online veldwerk heeft plaatsgevonden tussen 15 en 25 januari 2021 gedurende de coronapandemie (de tweede lockdown). Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Netwerk Mediawijsheid door prof. dr. Peter Nikken, lector Jeugd en Media aan Hogeschool Windesheim, en onderzoeksbureau CHOICE Insights + Strategy. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.